2011

Weer thuis

 

Zó zit je in Amerika en zó vraagt het leven van alledag je volledige aandacht. Voor je het weet, zit je er weer middenin.

Zondag thuiskomen met jet-lag, vuile was uit de koffer halen, stapels post doornemen, de achterstallige kranten doorbladeren, tijdschriften op een stapeltje voor later, en een beetje bijslapen waardoor je ‘s nachts -klaarwakker- ligt te rekenen hoe laat het in San Fransisco is.

Maandag wasje draaien en nog een wasje draaien, boodschappen doen, weer een beetje bijslapen en je mails -heel veel mails- lezen. De koffer nog niet eens helemaal uitgepakt.

’s Nachts wakker liggen, maar dinsdag weer gewoon aan het werk. Je mails -heel veel mails- lezen, post doornemen, cliënten ontvangen, vergaderinkje bijwonen. Alsof je niet weg bent geweest. Eenmaal thuis voor de buis in slaap vallen en ’s nachts weer schapen tellen.

Woensdag tandarts en kapper, als een soort knipperlicht slapen en donderdag weer werken. Nu is het alweer vrijdag, moet mijn koffer toch echt helemaal leeg, moet ik betalingen doen, mijn administratie uitzoeken en opbergen en de boodschappen voor het weekend binnen halen in een dorp dat letterlijk bol staat van het toeristische bollenplezier dat dit weekend losbarst.

En vooral; ik moet veel -heel veel- bijlezen op web-log.nl. Vakantie… je zal het maar hebben ;-)!

Vakantie_stress 1                                                                  plaatje van internet geplukt

Categorieën: 2011, Amerika | Tags: | 8 reacties

Goed geregeld

In Californië, en voor zover ik weet in heel Amerika, kun je overal naar het toilet. Op elke straathoek, in elke drogist, warenhuis of supermarkt, op elk groot winkelplein, in elke mall, vind je toiletten – of restrooms zoals de Amerikanen ze noemen. Openbaar. Goed onderhouden. Zonder dat je ervoor moet betalen. Zelfs in the middle of nowhere staat hier en daar een huisje met wc’s. Handig voor als je nodig moet. Dat is bij ons wel anders. In de grotere warenhuizen kun je nog wel eens een klantentoilet aantreffen, maar in een kledingzaak? Of een supermarkt? Op een parkeerplaats? In een openbaar park? Op pleinen en in straten? In de nieuwe sprinters van de NS zijn ze niet eens meer ingebouwd. Onderweg zijn alleen toiletten bij de pompstations en ook die zijn bijna nergens meer gratis. In Nederland vinden ze dat je je plas maar moet ophouden, en dat je je grote boodschappen naar huis moet brengen. Maar in Amerika hebben ze oog voor de noodzakelijke behoeften van hun medemens. Zelfs als je niks komt kopen, wijzen ze je vriendelijk de route naar de restroom. En als je weer weggaat wensen ze je vrolijk een fijne dag en zeggen ze dat ze hopen dat je nog eens terug komt. Erg prettig.

Maar ja, soms gaat het wel eens mis. Zoals toen wij door de landerijen reden. Eindeloze rijen wijnranken aan de ene kant en evenzovele eindeloze rijen appel- en walnotenbomen aan de andere kant. En ik moest erg nodig. Geen public restroom te bekennen. Een man kan overal plassen. Die zit daar niet mee. Gaat gewoon aan de kant van de weg met zijn rug naar de passerende auto’ s staan en piest naar hartelust. Maar ik vind dat een beetje lastig. In een bos heb ik er geen moeite mee, maar in open gebied? Gehurkt twee van die grote witte billen aan het passerende autovolk tonen? Ik zie die mensen nooit meer terug, niemand kent me daar, maar zelfs tussen twee autodeuren in voel ik me erg tentoongesteld. Een tikje preuts ben ik toch nog wel. Dus ik hield het op. Totdat ik opeens twee blauwe cabines naast elkaar zag staan.

“Stop eens lief, ik denk dat daar warempel toch een openbare toilet staat. Ja hoor, kijk maar; eentje voor men en eentje voor women. Ben ik ff blij. Wat is dat hier toch goed geregeld zeg. Overal public restrooms. Zelfs hier. Gewoon op een karretje neergezet voor de nooddruftige medemens. Geweldig.”

Opgetogen stapte ik uit en beklom de wagen waar het toilet op stond. Keurig chemisch toiletje met wc-papier en zelfs een fonteintje. Lief maakte ook meteen maar van de gelegenheid gebruik, dus zaten we gezellig naast elkaar te keuvelen dat het in dit land zo goed geregeld was.

Later bleek dat die toiletten er voor de werkers op het land staan. Dus niet voor de toevallige voorbijganger. Er is een hele handel in die toiletcabines. Twee aan twee worden ze door het land gereden en neergezet op die eindeloze landerijen en wijnvelden. Fantastisch toch? Het is voor de arbeiders geen doen om iedere keer terug te moeten naar de boerderij, zo uitgestrekt zijn de landerijen. En voor mij was het een uitkomst.

Categorieën: 2011, Amerika | 6 reacties

San Diego en de bergen

 

Omdat we zoveel rijden en niet lang ergens blijven, herinner ik me niet alles van waar we zijn geweest. Ik doe maar een greep hier en daar. Gelukkig hebben we de foto’s nog. Kan ik later in ieder geval zien waar ik ben geweest.

Het oudste gedeelte van San Diego (Old Town genaamd, wat voor zichzelf spreekt) is opgericht door het restant van een groep van 500 Mormonen die maanden- zo niet jarenlang- samen met een paar vrouwen (voor de keuken en de was), vanuit Utah naar de grens met Mexico waren komen lopen, om daar het land te verdedigen en oorlog te voeren tegen de Mexicanen (of de Spanjaarden die Mexico als kolonie wilden behouden, daar wil ik vanaf wezen). Tegen de tijd dat ze eindelijk bij de grens waren aangekomen, waren hun kleren tot op de draad versleten en was de oorlog net afgelopen (zielig hoor). Ze besloten daar maar te blijven en een nederzetting te bouwen, wat ik persoonlijk erg verstandig vind, want teruglopen zou weer zo'n lange tijd duren. Met die paar vrouwen hebben ze toen meteen maar een hele stad gesticht. Een bloeiende zelfs. Met mooie oude huisjes en winkeltjes, een handelspost van Wells Fargo, de eerste als ik mij de informatieborden goed herinner, en een hacienda waar groente en fruit werden verbouwd en de geiten en een enkele koe rondliepen. Sjeng heeft er – bij een vrouwtje in klederdracht (jaja de Zaanse Schans en Volendam zijn er niets bij)-  een paar moccasins van echt moose leer gekocht. Helemaal het heertje, vooral als hij ze aanheeft met blote voeten onder een spijkerbroek.

Door de enorme regenval (op sommige plaatsen is wel 15 inch = 45 cm water naar beneden gekomen) konden we - ook na onze omweg via San Diego – niet langs de historische autoroute naar het noorden rijden. Hele stukken weg waren weggeregend, bruggen ingestort en rotsblokken op de weg gevallen. Daardoor waren er nogal wat wegen afgesloten. Het stuk tussen Santa Maria en Monterey, waar de Big Sur en nog een toeristisch hoogtepunt liggen, was niet begaanbaar en zou dat de eerste maanden ook niet meer worden.  Geadviseerd werd om via de gewone snelweg te rijden. Die was ook scenic, aldus de paatstelijke bevolking.

Die snelweg was geen succes, omdat het verkeer daar zo hard rijdt, dat het mooie en passant aan ons voorbij vloog. Dus besloten we van de weg te gaan en gewoon door de bergen te rijden. Daar was veel minder verkeer. Dat we mogelijk een roadblockje, of twee, drie, tegen zouden komen, namen we op de koop toe. Dan maar een stukje om. Mooie bergen, prachtig waterval vanuit een reservoir. Kwamen een mannetje tegen dat daar werkte.  Bleek van de Philippijnen te komen en hier te wonen en te werken. Hij grijnsde van oor tot oor toen ik zei dat hij een lucky guy was. Enthousiast schudde hij ons de hand en vond dat we geen omweg moesten maken, maar gewoon rechtstreeks naar San Fransisco moesten rijden, want onderweg zagen we toch alleen maar bomen en bergen (er ligt daar inderdaad heel veel berg). 

 

  • Berg met sneeuw
  • IMGP0845
  • IMGP0847
  • IMGP0868
IMGP0868

 

Onderweg bleken een paar wegen ovrstroomd, maar wel begaanbaar, er was een brug gesloten en een weg geblokkeerd. Onze Neverlost snapte er niks van, maar wij reden gewoon om, op aanwijzing van de plaatselijke bevolking en met behulp van een ouderwetse kaart.

Kolossale bergen, mooie vergezichten, prachtige dalen. Landerijen met witte hekjes eromheen. High Chaparral (kennen jullie die nog?) was er niks bij. Onderweg stadjes die zo uit een cowboyfilm leken te komen. Met hier en daar een heuse Rabobank. Deze stond in Julian. Tistognieteglove!

 

  • Julian Rabobank
  • Cowboy ranch
  • Julian voor de bakkerij
Cowboy ranch

 

Categorieën: 2011, Amerika | 4 reacties

Stormy weather

 

En toen was daar de regen. En de storm. En de overstromingen. En sneeuw vlakbij. De presentator op het Weatherchannel kwam zowat door het tv-scherm heen van enthousiasme. Eenentwintig maart! Begin van de lente! En dan dit weer! You might as well enjoy it while it lasts! Nou… eh… ik was hier ook een beetje voor de zon. En er was die dag een marathon gepland. Die arme deelnemers liepen tot hun enkels in het water en kwamen onderkoeld aan. Op de tv zagen we ze zitten; glimmende thermodekens om, bekers hete koffie in de hand. Er was een man van meer dan 200 kilo die de tocht in 9 uur en 48 minuten had volbracht. Een record; voor hemzelf, want in 2008 had hij dezelfde marathon in 11 uur en 48 minuten gelopen, maar ook voor het Guinnes Book of Records; hij was de zwaarste man die ooit de volledige marathon had uitgelopen. It is me toch allemaal what! Triomfantelijk stond hij te wijzen op zijn natte kleren en zijn blaren. Ik doe het hem niet na, al weeg ik minder dan de helft.

 

 

  • IMGP0793
  • IMGP0797
IMGP0797

 

 

Maar ja, die regenstorm dus en de overstromingen. Vanwege die regen zijn we op zoek gegaan naar iets om binnen te doen. Een museum dus. Die zijn er te kust en te keur in Los Angeles. De keuze viel op het Los Angeles County Museum of Modern Art (LACMA), het allergrootste kunstmuseum in West Amerika. Zeker zes paviljoens, waaronder een tentoonstelling van Japanse kunst in een prachtig ontworpen Japans gebouw, dat ook van binnen een feest is om te bekijken; helemaal opgetrokken uit in de rondte lopende ramps (hellingen). Het viel op dat er zoveel Europese kunst in hun musea hangt. Veel oude Meesters uit Nederland, Belgie en Frankrijk; Rembrandt, Frans Hals, Van Gogh, Degas enz. Ze zijn er erg trots op. Wonderlijk. Het is net als in de Hermitage in St. Petersburg waar ik jaren geleden was. De reisleidster wilde ons toen met alle geweld de kleine Hollandse Meesters laten zien, terwijl wij nou juist zo graag iets van de Russische kunst wilden bekijken. Geen tijd voor. Maar in het Lacma hebben we mooie dingen gezien, o.a. van Diego Revera en Frida Kahlo.

Vanwege het slechte weer konden we niet meteen naar het noorden rijden, omdat de wegen waren afgesloten. Dus trokken we naar het zuiden. Richting San Diego. Daar was het wel zonnig. Onderweg leek het eerst alsof de regen met ons meeging, maar na 100 kilometer begon het op te klaren. En in de 100 km die volgden, werd het steeds lekkerder buiten.

Terwijl we langs de zuidkust reden, kwamen we telkens op de weg geschilderde letters tegen: PED X-ING. Geen idee wat het was: pedofiles iksing? dat betekent helemaal niks. peddles ksing dan? Betekent ook niks. Op een gegeven moment stond er alleen nog maar X-ing, iksing? ksing? eksing? Ik werd er gek van. Wat kon dat toch betekenen? Toen kwamen we eenzelfde lettercombinatie tegen vlak voor een soort van zebrapad en ineens had Sjeng een helder moment; X-ING betekent crossing! En PED, riep ik meteeen daarna, zijn natuurlijk pedestrians, voetgangers! Jaja, samen komen wij er wel.

Categorieën: 2011, Amerika | 4 reacties

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.